Presenteren kun je leren

Vroeger vond ik presenteren verschrikkelijk. Op de middelbare school sliep ik nachten niet voorafgaand aan mijn spreekbeurten. Het angstzweet brak me uit en ik kreeg mijn woorden nauwelijks uit mijn mond als ik voor de klas moest staan. Als student werkte ik graag in een groepje, want dan kon ik makkelijk onder de eindpresentatie uitkomen door een medestudent te laten presenteren. En als het dan toch moest: daar met die rode kop voor de groep staan te stotteren, steun zoekend bij de kernwoorden op de powerpointpresentatie. Soms werden die presentaties ook opgenomen op camera. Kon je achteraf ook nog eens zien hoe je ongemakkelijk steeds aan je neus zat te friemelen. Vreselijk! 

In mijn derde studiejaar moest ik stagelopen en besloot mijn angsten onder ogen te komen. Ik besefte dat presenteren er gewoon bij hoort in veel banen. En dacht, dan moet ik het gewoon maar een aantal keer oefenen. Dit werd dan ook een van mijn stagedoelen. De presentaties die ik vervolgens voor groepen inwoners van allerlei Groninger dorpen gaf, gingen eigenlijk best goed. Ik was de inhoudelijk expert, en mede dankzij mijn ondersteunende powerpoint (met kernwoorden als herinnering aan wat ik wilde vertellen) en de interesse die de inwoners voor het onderwerp hadden (het mooier maken van de dorpsbosjes in hun eigen woonomgeving), groeide mijn zelfvertrouwen en ging het steeds makkelijker. Ik begon het bijna leuk te vinden. 

Aan dit alles moest ik denken bij de voorbereidingen van de lessen die ik op de hogeschool ging geven. Presenteren kun je leren. Zelfs ik 🙂. Daar zijn allerlei aandachtspunten voor, waarvan ik denk dat de meesten wel bekend zijn. Goed gebruik van stem en houding en beperkt gebruik van powerpoint bijvoorbeeld. Dingen die de meeste mensen al prima doen.  

Er zijn twee dingen die daarnaast het verschil maken bij een goede presentatie. Twee tips die ik aan de studenten en aan jullie wil meegeven:

1. Leef je in! 

Denk niet alleen aan wat jij wilt vertellen over je plan/onderzoek/project, maar leef je in in je publiek. Of in het geval van de studenten, leef je in in je opdrachtgever voor wie jij een onderzoek hebt gedaan. Je hoeft niet het hele rapport na te vertellen, dat kunnen ze wel lezen. Bedenk je wat voor je publiek het meest interessant is en licht de drie belangrijkste punten uit je onderzoek toe. En doe dat goed, op een interactieve manier. Hou het kort en interessant voor je publiek. En vervolgens kom je gelijk bij de 2e tip. 

2. Storytelling 

Je kunt de droge onderzoeksresultaten gewoon vertellen, maar je kunt er ook een verhaal van maken. Illustreer je onderzoek bijvoorbeeld door een fictieve situatie te schetsen. Beschrijf die situatie zo levendig dat de toehoorders in je verhaal worden gezogen. Als ze aan je lippen hangen en dolgraag weten wat de oplossing is van de geschetste situatie kom jij met je drie punten. Succes verzekerd!

Enthousiast geworden van deze tips?

Ik daag je uit om ze eens uit te proberen tijdens je volgende presentatie. Je bent immers nooit te oud om te leren. En ik zou het heel erg waarderen als je me dan laat weten hoe het ging. Ik ben erg benieuwd!